Koren met 'open luiken' hebben de toekomst

Koren die om zich heen kijken en méér doen dan de wekelijkse repetitie met jaarlijkse uitvoering voor een vast publiek, hebben de toekomst. Dat lijkt de Verenigingsmonitor Koren 2018 aan te tonen.

De Verenigingsmonitor Koren 2018 is een nadere specificatie van de Verenigingsmonitor die het LCKA eerder uitbracht. Koornetwerk Nederland had daarom gevraagd. Uit de monitor blijkt dat 1 op de 10 Nederlanders samen met anderen zingt in een vocaal ensemble of in een koor. Daarmee is zingen de meest bedreven kunstvorm onder culturele verenigingen (42%).

Voor 7 op de 10 koren is het sociale aspect van gezelligheid en ontmoeting het belangrijkste doel. Bij 80% van de groepen gaat dat samen met ambitie en het streven naar verbetering van het kunstzinnig niveau. Dat geldt vooral voor koren met jonge leden.

Qua leeftijdsopbouw heeft 89% van de koren leden tussen de 50 en 65 jaar, ruim een kwart van de groepen heeft ook jonge leden. Omdat die laatsten over een grotere organisatiekracht beschikken, slagen ze er beter in om nieuwe leden te werven dan koren die vergrijzen. Jonge koren leggen vaker de nadruk op scholing, verbinden zich met andere organisaties, ontwikkelen aanvullende sociale activiteiten en zijn actiever op digitale en sociale media.

Groepen met 'open luiken' die zich bewegen in een netwerk en de verbinding zoeken met andere organisaties en doelen hebben de toekomst. Als samen zingen hoofdzakelijk een naar binnen gerichte activiteit wordt, zit er op de langere termijn letterlijk en figuurlijk geen muziek meer in.

Het volledige rapport is hier te downloaden.