Tijs Krammer is koorleider, arrangeur en docent. Bij BALK is hij docent van de arrangeercursus en de opleiding Dirigent Licht Vocaal. Hij heeft de leiding over Leeuwenhart, Vocalicious en Pangaea. Hij schrijft boekjes over koorzingen die uitgegeven worden bij De Haske. Tijs schrijft af en toe stukjes over koordirectie en arrangeren op zijn blog www.krammer.nl/blog .
Op 12 januari 2013 verzorgt Tijs in Amersfoort een Dirigentenworkshop en ook in januari starten onder zijn leiding de Basiscursus dirigent Licht Vocaal (BLV) en een Arrangeercursus. Alle informatie vind je door op de betreffende cursusnaam te klikken.
In de close harmony heeft de dirigent een ietwat vreemde positie. Het klassieke beeld dat we hebben van een dirigent is dat van een zwetende man met woest haar die op bijna magische wijze zijn visie op de muziek openbaart aan de muzikanten. In de lichte muziek kan het niet anders, dan dat je als dirigent een minder centrale rol speelt.
Neem allereerst het tempo. In bijna alle klassieke muziek is er een flexibel tempo. De dirigent is de centrale persoon die dat tempo aangeeft. Nummers uit de lichte muziek echter hebben bijna altijd een vast tempo. Typerend is dat een drummer goed wordt gevonden als hij (of zij) het tempo strak weet te houden. In de studio worden popnummers tegenwoordig bijna altijd met click track ingespeeld (oftewel, met het geluid van een metronoom op de koptelefoon).
Als het tempo van een nummer constant is, heb je als dirigent weinig reden om dat tempo tijdens het zingen aan te geven. Bovendien wordt het ritme vaak gespeeld door een drummer of een percussionist. In dat geval is het al helemaal dubbelop om het tempo aan te blijven geven.
En dan is er nog de kwestie van performance. In de lichte muziek doen veel koren iets aan presentatie. De muziek wordt uit het hoofd gezongen en de zangers doen stapjes of ze dansen of ze beelden iets uit. Ook in zo’n geval is het vreemd dat er een dirigent midden voor het koor staat. Want wat moet je doen als dirigent? De stapjes meedoen? De stapjes aangeven, zodat je eigenlijk het verrassingseffect ervan teniet doet? De dirigent op de bok is bij een koor dat aan presentatie doet eigenlijk een sta-in-de-weg.
In de afgelopen jaren heb ik als dirigent steeds meer afstand genomen van mijn rol als dirigent. Bij het koor Leeuwenhart speel ik bij veel nummers piano en dan is er dus niemand die dirigeert. Mocht het een keer nodig zijn dat er een inzet wordt aangegeven, dan doet één van de zangers dat. Het fijne is dat als er geen dirigent is de zangers vanzelf meer verantwoordelijkheid nemen.
Bij mijn vocal group Vocalicious heb ik nog minder de rol van dirigent. Deze twaalf zangers zingen met microfoons. Bij de concerten doe ik het geluid. In de eerste jaren zat ik met het mengpaneel direct voor het podium (dat gaf nog wel eens vreemde blikken van technici). Ik gaf de noten aan van de nummers en ik telde af. Sinds een paar jaar doen de zangers zelf het noten aangeven en het aftellen. Dus nu zit ik met mijn mengpaneel achter in de zaal. Het is een nieuwe rol, bescheidener misschien, maar ik vervul hem graag.
Kortom, mijn advies zou zijn: kom van die bok af! De rol die we spelen als dirigent zou meer moeten lijken op die van een leider van een bigband. Zo iemand staat losjes te swingen, geeft af en toe een inzet aan en doet dan weer een stapje opzij. De bigbandleider inspireert en vraagt na een solo om applaus voor de solist. Zo’n rol past in de lichte muziek. Een misschien is het wel passend als we onszelf dan, analoog aan de term bigbandleider, koorleider gaan noemen!